Deze haakse verloopnippel heeft aan beide zijden een 1/4"r uitwendige BSP draad. Aan beide zijden is het verloop voorzien van een holconus, waarop de slangtules volgens EN 560 aangesloten kunnen worden. Bij het monteren van een slangtule kan de verloopnippel met een sleutel 12 tegengehouden worden.
Deze haakse verloopnippel heeft aan beide zijden een 3/8"r uitwendige BSP draad. Aan beide zijden is het verloop voorzien van een holconus, waarop de slangtules volgens EN 560 aangesloten kunnen worden. Bij het monteren van een slangtule kan de verloopnippel met een sleutel 14 tegengehouden worden.
Deze haakse verloopnippel heeft een 3/8"r uitwendige BSP draad en een 3/8"l uitwendige BSP draad. Aan beide zijden is het verloop voorzien van een holconus, waarop de slangtules volgens EN 560 aangesloten kunnen worden. Bij het monteren van een slangtule kan de verloopnippel met een sleutel 14 tegengehouden worden.
Deze haakse verloopnippel heeft aan beide zijden een 1/8"R inwendige BSP draad. Deze inwendige draden eindigen in een doorlopend gat. De dichting met de uitwendige draad moet dus plaats vinden door solderen, lijmen of door te dichten met teflon tape.
Deze haakse verloopnippel heeft aan beide zijden een 1/4"r inwendige BSP draad. Deze inwendige draden eindigen in een doorlopend gat. De dichting met de uitwendige draad moet dus plaats vinden door solderen, lijmen of door te dichten met teflon tape.
Deze haakse verloopnippel heeft aan beide zijden een 3/8"r inwendige BSP draad. Deze inwendige draden eindigen in een doorlopend gat. De dichting met de uitwendige draad moet dus plaats vinden door solderen, lijmen of door te dichten met teflon tape.
Deze haakse verloopnippel heeft aan beide zijden een 1/2"r inwendige BSP draad. Deze inwendige draden eindigen in een doorlopend gat. De dichting met de uitwendige draad moet dus plaats vinden door solderen, lijmen of door te dichten met teflon tape.